Over mijn repertoire

Hebreeuws is niet alleen de taal van de Tora; het klassiek Hebreeuws. Het is ook de taal van het land Israël; het modern Hebreeuws of 'Ivriet'. Ik zing liederen in beide talen. Eeuwenlang is het Hebreeuws een 'dode' taal geweest, die alleen nog werd gebruikt in sjoel (synagoge), maar sinds het begin van de 19e eeuw is het Hebreeuws nieuw leven ingeblazen en is uiteindelijk verkozen tot de taal van Israël. Het Hebreeuws is weer springlevend en heeft prachtige poëtische liederen opgeleverd, zoals ‘Eli Eli'.

Ladino is de taal van de Sefardische Joden, ontstaan in de rijke Joodse cultuur uit Spanje en Portugal ten tijde van de Moorse heerschappij. Het is een mengtaal van voornamelijk Spaanse en Hebreeuwse oorsprong. Veel Ladino liederen gaan over de liefde, zoals ’La Rosa Enflorence’.

Jiddisch is ontstaan in Oost Europa uit het Duits en Hebreeuws, met invloeden van Slavische en Romaanse talen. Het was de taal van de, voornamelijk arme, Aschkenazische Joden. Ten tijde van de oprichting van de staat Israël maakte het Jiddisch een serieuze kans om uitgeroepen te worden tot landstaal, maar juist door het imago van armoede dat met deze rijke taal verbonden was koos men uiteindelijk niet voor het Jiddisch maar voor het Hebreeuws. Veel Jiddische liederen zijn levenliederen, die gaan over het leven in armoede en onderdrukking, zoals ‘Wos iz geworn foen majn sjtettele’.